info

Bronanalyse boedelinventaris Nisa van Noort

Dit is de oorspronkelijke tekst van mijn eerste bronanalyse die ik in 2018 maakte als onderdeel van de cursus Cultuurgeschiedenis 2 uit de propedeuse van de Open Universiteit. Enkel de links naar het Stadsarchief Amsterdam heb ik bijgewerkt.

Bron
Boedelinventaris Nisa van Noort (12 augustus 1735), Stadsarchief Amsterdam, toegangsnummer 5075, inventarisnummer 10027, notaris Philip Zweerts, akte 81.

Soort bron
De gegeven bron is een boedelinventaris of staat. Het is een onbewust geschreven bron. Over het algemeen geven deze documenten een overzicht van alle bezittingen van iemand [1]. Deze bron betreft een officiële boedelinventaris opgesteld door een notaris in het bijzijn van getuigen. Deze inventarissen werden opgemaakt om de financiën van de achtergebleven minderjarige kinderen te beschermen. Men kon zo controleren of de nalatenschap wel bij de kinderen terecht kwam en niet bijvoorbeeld bij de voogd [2]. Vanaf het midden van de veertiende was het opstelling van dergelijke akten wettelijk verplicht [3].

Een boedelinventaris geeft een beeld van de woonsituatie uit die tijd en roept vaak vragen op. Deze inventaris vermeldt bijvoorbeeld grote hoeveelheden linnen, beddengoed en kleding. Het is mogelijk dat Nisa een winkel had en daarvoor de ruimte gebruikte die voorheen door haar man als zilversmederij werd gebruikt. Maar maakte zij ook zelf kleding? En werd zij misschien wat geholpen door Jacob Wiel, haar behuwde neef die lakenkoper was?

Twee bladzijden uit de boedelinventaris van Nisa van Noort

Opvallend ook is dat vijftien van de achttien schilderijen zich bevonden in de zijkamer. Waren die ook voor de handel? Of betrof het een investering? In die kamer waren ook een bed en twee matrassen aanwezig en werd blijkbaar gebruikt als slaapkamer. Hingen ze daar misschien alle vijftien aan de muur? Overigens was er in de keuken nog een slaapbank maar daarmee moest ze het met z’n zessen dan ook doen. Het huis had 4 kamers inclusief de winkel en een zolder.

Nisa had veel schulden, bijna evenveel als de waarde van haar bezittingen. Waren dat nog schulden van haar overleden echtgenoot? Grote bedragen was zij schuldig aan zilversmeden. Zou dat te maken kunnen hebben met de opleiding tot zilversmid die haar zoon Sybrand volgde zoals uit haar testament blijkt [4]? De opleiding voor dit soort kunstambachten duurde vele jaren en de leercontracten waren duur. Of verkocht ze nog zilverwerk en liet ze dat maken?

Erg voorspoedig lijkt het de laatste jaren allemaal niet geweest. De huurachterstand was gigantisch: 90 gulden. Hoge schulden had ze ook bij bakker, slager en wijnkoper. Zou zij een beetje geholpen zijn door deze mensen?

Communicatieve context
De boedelinventaris is opgesteld onder verantwoordelijkheid van Philip Zweerts. Hij werd geboren te Amsterdam op 6 maart 1704 en overleed op 11 november 1774. Hij werd als notaris beëdigd in 1730. Naast het werk als notaris hield Philip zich ook bezig met het schrijven van gedichten en toneelstukken. Hij was lid van het Amsterdams kunstgenootschap ‘Ars usu juvanda’ dat ‘uit derden- en vierdenrangspoëten’ bestond. Op 21 mei 1739 trouwt hij met Johanna Maria de Putter en ze krijgen zeven kinderen [5]. Ze woonden aan de Oude Schans, bij de Dijkst [6].

De inboedel laat hij taxeren door Cornelia Apollonia van Homrigh, ‘Schatster in de Boel- en Erfhuyzen.’ De vier boedeltaxateurs die op dat moment in de stad werken zijn allen vrouw. Cornelia woont in die tijd aan de Kerkstraat, bij de Spiegelstraat [7]. (In akte 71 schrijft de notaris bij de Leidschestraat). In 1776 woont ze aan de Fluweele Burgwal bij het Illustre School [8]. Cornelia overlijdt op 7 maart 1778 als weduwe van Jan Schut. De zilversmederij wordt apart getaxeerd door twee zilversmeden.

Nisa van Noort werd gedoopt in de Zuiderkerk op 23 augustus 1684. Nisa was de dochter van Sybrandus van Noort (1659-1705). Hij was organist van de Oude Kerk in Amsterdam en later van de Sint Bavokerk in Haarlem. Aan zijn carrière als organist kwam een einde toen hij werd ontslagen vanwege een ‘ongebonden’ levenswijze. Op 22 april 1710 trouwt ze met de katholiek en zilversmid Gerrit van der Heijde uit Zwolle [9]. Hun kinderen worden katholiek gedoopt. Nisa zelf is niet rooms. Gerrit overlijdt op 29 november 1732 [10]. Hij wordt op 4 december 1732 begraven. Nisa liet destijds overigens op 30 november 1732 een akte van non prejuditie opstellen door Philip Zweerts [11]. Nisa overlijdt dus tweeënhalf jaar later [12].

Toen Nisa al ernstig ziek was heeft ze nog geen week voor haar overlijden op 19 juli 1735 bij notaris Philip Zweerts een testament laten opmaken. Ze kon het document nauwelijks ondertekenen. In akte 71 staat dat zij alles nalaat aan haar kinderen met de vermelding dat de spullen van het zilversmidbedrijf naar Sybrand gaan. Hij had zijn proeve van bekwaamheid als zilversmid gehaald. Haar behuwde broer Daniel des Ronzieres de jonge en haar behuwde neef Jacob Wiel benoemd ze als voogd over haar kinderen. Twee mannen met een zeer erudiete handtekening [13].

Uit de bron blijkt dat Nisa op 25 juli 1735 is overleden.

Na haar overlijden maken Daniel de Ronzieres en Jacob Wiel op 28 juli 1735 een akte van non prejuditie op bij dezelfde notaris [14]. Blijkbaar zijn de voogden bang dat de waarde van de inboedel met aftrek van de schulden flink in de min uitkomt. Het uitvoeren van de begrafenis zou de kinderen anders verplichten tot accepteren van de erfenis.

Nisa wordt op 30 juli 1735 begraven.

Positie van de informant
De auteur van de bron is als notaris officieel betrokken bij het opstellen van de boedelinventaris. Hij heeft van de voogden daartoe opdracht gekregen en ziet er persoonlijk op toe dat het volledige bezit van Nisa wordt geïnventariseerd en dat het testament wordt uitgevoerd.

Historische context van de bron
Prak laat in hoofdstuk 9 Sappelen in zijn boek Gouden Eeuw zien dat gilden in zeventiende eeuw goed zorgde voor de weduwen van hun overleden leden. Zo verstrekte de gilde van zilversmeden een ruime uitkering van drie gulden per week. Deze bron laat echter zien dat een uitkering niet altijd alle problemen oploste en individuele financiële en sociale omstandigheden gecompliceerd konden zijn. Wellicht kunnen we uit deze bron opmaken dat ook burgers buiten de formele zorg van de gildes elkaar hielpen en zo de schande van diakonie of stadsarmenzorg voorkwamen.

Deze bron werpt zoveel vragen op dat het interessant is om in de literatuur op zoek te gaan naar enkele antwoorden.

  1. Een flexibele arbeidsmarkt. (Wat moest je als zilversmid als het zoals in de achttiende eeuw economisch minder ging? Hoe losten ‘nette’ burgers met een mooi ambacht dat op?)
  2. Het aanzien van de zilversmid. (Net als in alle ambachten waren er onder de zilversmeden natuurlijk de ‘bijna kunstenaars’ die dure opdrachten kregen. Maar stelde het ambacht van de ‘gewone’ zilversmid eigenlijk veel voor?)
  3. Controle op afwikkeling van testamenten. (De notaris en de taxateurs hadden weleens wat anders te doen. Was er nog ander officieel toezicht en handhaving op de inventarisatie en op de afwikkeling van het testament?)
  1. Wijsenbeek-Olthuis, Thera Francine, ‘Boedelinventarissen’, in: Broncommentaren (1995) 1-74, aldaar 1.
    http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/Broncommentaren/voorlopig/Broncommentaren_2-001_073.pdf, laatst geraadpleegd op 26 april 2018. [1]
  2. Ibidem, aldaar 5. [2]
  3. Ibidem, aldaar 7. [3]
  4. Zweerts, Philip, Testament (19 juli 1735) akte 71, Minuutakten.
    https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/334.1.7/start/210/limit/10/highlight/6 [4]
  5. Molhuysen, P.C. en P.J. Blok ed., Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, X (1937). [5]
  6. ‘Naamwyzer’ (1763) 50.
    https://books.google.nl/books?id=q_tcAAAAcAAJ, laatst geraadpleegd op 26 april 2018. [6]
  7. Ibidem. [7]
  8. ‘Naamwyzer’ (1776) 58.
    https://books.google.nl/books?id=aPxcAAAAcAAJ, laatst geraadpleegd op 29 april 2018. [8]
  9. ECOCARTICO.
    http://www.vondel.humanities.uva.nl/ecartico/persons/18304, laatst geraadpleegd op 29 april 2018. [9]
  10. Zweerts, Philip, Non prejuditie (13 november 1732) akte 125, Minuutakten.
    https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/334.1.3/start/460/limit/10/highlight/6 [10]
  11. Ibidem. [11]
  12. Giskes, J.H., ‘Jacobus van Noordt (ca. 1616-1680), organist van Amsterdam’, Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 81 (1989), 83-123. [12]
  13. Zweerts, Philip, Testament (19 juli 1735) akte 71, Minuutakten.
    https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/334.1.7/start/210/limit/10/highlight/6 [13]
  14. Zweerts, Philip, Non prejuditie (28 juli 1735) akte 74, Minuutakten.
    https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/334.1.7/start/220/limit/10/highlight/5 [14]

Op 29 april 2018 is bronanalyse boedelinventaris nisa van noort geplaatst in de rubriek studie.

Trefwoord: open universiteit.

Pagina's en rubrieken: home, museum, werk, studie en over mij.

Alle trefwoorden: kunst, midden-groningen, open universiteit en video.

Sociale media: facebook, twitter, instagram en linkedin.

Sluiten