Inhoud

Europeanen werden rond 1900 beheerst door zowel angsten voor achteruitgang en degeneratie, als door een grenzeloos optimisme en vertrouwen in de toekomst. In Nederland is deze sfeer treffend gekenschetst door dichter Albert Verwey: `De tijd van twijfelzucht en wankelmoedigheid is voorbij’, schreef hij in 1907. Hij constateerde dat in de decennia daarvoor `Nederland hoe langer hoe krachtiger heeft deelgenomen aan het europeesche leven’.
Met hem waren veel Nederlanders van mening dat er nog veel goeds in het verschiet lag. Zij zouden een nieuwe Gouden Eeuw van wetenschap, kunst, cultuur en handel beleven die niet onderdeed voor de zeventiende eeuw. Nederlanders wonnen Nobelprijzen, hadden een groot koloniaal rijk, waren toonaangevende kunstenaars en durfden zelfbewust de wereld tegemoet te treden. De toekomst zou niets dan duizelingwekkende mogelijkheden gaan bevatten.
In deze cursus wordt, aan de hand van het boek van Philipp Blom en aanvullende literatuur en bronnen uit de tijd zelf, nader ingegaan op deze boeiende periode in Europa, in relatie tot ontwikkelingen in Nederland. U leert kritisch reflecteren op cultuurwetenschappelijk onderzoek en bronnen. Tevens maakt u door bestudering van deze periode kennis met de vier disciplines (cultuurgeschiedenis, letterkunde, kunstgeschiedenis en filosofie) en de interdisciplinaire aspecten van de opleiding Algemene Cultuurwetenschappen.

Leerdoelen
– Kennismaken met de disciplines cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie die aan de Open Universiteit samen de opleiding Algemene cultuurwetenschappen vormen.
– Kennis van belangrijke historische en culturele ontwikkelingen in Europa rond 1900.
– Kritisch kunnen reflecteren op cultuurwetenschappelijke literatuur en bronnen.

Bron: Open Universiteit